Overheid
info@vangoud.nl
026 - 443 50 20
Vastgoed
info@vangoud.nl | 026 - 443 50 20

Spuitzone: Recreatiewoningen nabij tuinbouwbedrijf

19 March 2018

Inleiding

De uitspraak van 14 maart 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:865) handelt over een recreatieve ontwikkeling (de bouw van recreatiewoningen) nabij een tuinbouwbedrijf. De Afdeling gaat in op de vraag of recreatiewoningen moeten worden aangemerkt als gevoelig object. Daarnaast wordt aan de hand van de VNG-brochure ‘Bedrijven en Milieuzonering’ beoordeeld met welke hinderafstand rekening moet worden gehouden.

Feiten en omstandigheden

De gemeenteraad van Aalsmeer heeft een bestemmingsplan vastgesteld ten behoeve van verblijfsrecreatie op een perceel waar voorheen glastuinbouw plaatsvond. De afstand tussen het perceel waarop de kwekerij is gevestigd en het perceel waarop de recreatiewoningen zijn voorzien bedraagt 11,5 meter. De naastgelegen tuinbouwer (viburnum- en seringenkwekerij) vreest dat het plan zal leiden tot een onaanvaardbare belemmeringen van haar bedrijfsvoering en stelt daartegen beroep in.

Beroepsgronden

De tuinbouwer voert aan dat onvoldoende is onderzocht of ter plaatse van de voorziene recreatiewoningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. De raad heeft de richtafstand tussen haar bedrijf en het plangebied zoals die voortvloeit uit de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG-brochure) ten onrechte niet in acht genomen. Tot slot heeft de raad de spuitzone van 50 m rondom haar bedrijf ten onrechte niet in acht genomen.

Oordeel Afdeling en belangrijke overwegingen voor de praktijk

Het standpunt van de gemeenteraad dat recreatiewoningen niet als gevoelig object kunnen worden aangemerkt gaat niet op.
De Afdeling stelt onder verwijzing naar een uitspraak uit 2009 voorop dat recreatiewoningen gevoelige objecten zijn. Ten aanzien van kampeervoorzieningen is in de bewuste uitspraak overwogen dat sprake is van een gevoelige functie, omdat kampeerders verblijven en overnachten op het terrein, zodat er sprake is van een verblijfsfunctie en niet aannemelijk is dat de kampeerders geen enkel risico op gezondheidsschade lopen bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op aangrenzende percelen.

Vervolgens gaat de Afdeling in op de wijze waarop de VNG-brochure door de gemeenteraad is toegepast. Op grond van deze veelgebruikte brochure geldt een indicatieve hinderafstand van 30 meter tussen de gevoelige bestemming en een categorie 2 bedrijf zoals deze kwekerij. Deze richtafstand van 30 meter kan met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is van het omgevingstype gemengd gebied. In dat geval wordt een richtafstand van 10 m aanbevolen. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd, zodat de raad is uitgegaan van een richtafstand van 10 meter. Aan die afstand wordt voldaan.

Als laatste gaat de Afdeling in op de vraag of in dit geval een spuitzone van 50 meter moest worden gehanteerd. Onder verwijzing naar haar standaardjurisprudentie overweegt de afdeling dat een planologische keuze om een afstand van 50 m aan te houden tussen gevoelige functies en agrarische bedrijvigheid waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, in het algemeen niet onredelijk wordt geacht. Toch kan een keuze voor een kortere afstand in een bepaalde situatie redelijk zijn indien aan die keuze een deugdelijke motivering ten grondslag is gelegd.

Die deugdelijke motivering wordt in dit geval geleverd door middel van Locatiespecifiek spuitzone-onderzoek. In een dergelijk onderzoek wordt door een deskundige meer gedetailleerd gekeken naar de teelt die op het perceel plaatsvindt, de wettelijk toegestane en feitelijk toegepaste bestrijdingsmiddelen en de wijze van toepassing (driftbeperkende technieken) alsmede naar de perceelinrichting (is er bijvoorbeeld een windsingel of andere beplanting).

Op basis van het Locatiespecifiek spuitzone-onderzoek dat in dit geval is opgesteld kon worden geconcludeerd dat binnen het plangebied zonder verdere maatregelen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat de bedrijfsvoering en toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van de kwekerij niet worden belemmerd als gevolg van het plan.

De les voor de praktijk is dat de ooit in de jurisprudentie aangenomen richtafstand van 50 meter al lang niet meer in beton gegoten is. De wet- en regelgeving voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen is aangescherpt en er worden driftbeperkende technieken toegepast. Het loont dus om gemotiveerd af te wijken en specifiek te onderbouwen dat met een beperktere afstand kan worden volstaan.

Mocht u vragen hebben naar aanleiding van dit blog, neem dan gerust contact met mij op.