Toch onteigening Hedwigepolder
In zijn arrest van 5 januari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:7) heeft de Hoge Raad de onteigening van de Hedwigepolder goed gevonden. Anders dan wnd. A-G Van Oven in zijn conclusie van 29 september 2017 (ECLI:NL:PHR:2017:980) is de Hoge Raad in rechtsoverwegingen 3.6.5 - 3.6.7 van oordeel dat de Kroon aan het beroep op zelfrealisatie voorbij mocht gaan. De bijzondere aard en achtergrond van het werk, waarvoor wordt onteigend, wordt gekenmerkt door de grootschaligheid van de aan te leggen en het langdurige beheer van kreken, geulen en waterkeringen, waarmee de openbare veiligheid is gemoeid. Bovendien zal met die aanleg en dat beheer moeten worden voldaan aan internationale verplichtingen van de Staat. Aldus de Hoge Raad "kon de Kroon in redelijkheid tot het oordeel komen dat alleen volle eigendom van en daarmee volledige zeggenschap over de gronden die deel uitmaken van het plangebied, waarborgt dat de belangen die zijn gemoeid met het realiseren van de beoogde infrastructurele werken en het integrale beheer van het aldus te creëren natuurgebied, voldoende tot hun recht (zullen blijven) komen (...)".
Indien u vragen heeft naar aanleiding van dit arrest of over andere onteigeningskwesties kunt u met mij contact opnemen.
Recente Artikelen
3 May 2023
HET ECONOMISCH CLAIMRECHT EN DE OUDE EIGENDOMSSCHOOL
15 January 2023
Prijsvastbeding in aannemings-overeenkomsten
Bekijk alle artikelen